Dit artikel verscheen in ‘De Raad’, een publicatie van VVSG om nieuwe mandatarissen te informeren over haar aanbod en dat van haar partners.
In Vlaanderen heeft een op de vijf inwoners buitenlandse roots. Dat aandeel zal in de toekomst nog verder groeien. Omgaan met die toenemende diversiteit is voor lokale besturen dan ook een grote uitdaging. Gelukkig krijgen ze via het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering toegang tot heel wat goeie praktijken. Zij weten als geen ander wat er leeft bij de nieuwkomers.
De kaarten zijn geschud, de nieuwe bestuursakkoorden liggen op tafel. Ook voor de medewerkers van het Agentschap Integratie en Inburgering zijn dit spannende tijden. Nieuwe coalities brengen immers nieuwe keuzes met zich mee. “En dat betekent dat wij met andere antwoorden zullen moeten komen”, vertelt algemeen directeur Leen Verraest. “Voor alle duidelijkheid: het is niet aan ons om te zeggen wat gemeenten moeten doen of hoe ze integratie moeten aanpakken. Wel kunnen ze bij ons terecht om de verschillende opties, de goeie praktijken en de relevante partners te leren kennen. Op die manier kunnen ze hun plannen op de best mogelijke manier realiseren. De opdracht van het Agentschap is vooral mobiliserend en coachend.”
Hoe ziet jullie samenwerking met gemeenten er concreet uit?
Ann Van Damme (regiomanager): “In de ene gemeente is de samenwerking diepgaand en strategisch, in de andere beperkt ze zich tot praktische ondersteuning, zoals bij vragen rond internationaal familierecht. Hoe intens de samenwerking is en welke thema’s ze omvat, hangt in grote mate af van de context in een gemeente. Wonen er veel mensen met een buitenlandse herkomst? Is er een goeie sociale mix? Hoe gaan lokale verenigingen om met diversiteit? Daar zicht op krijgen, is een belangrijke eerste stap. Het helpt gemeenten om prioriteiten te stellen. Wij hebben de tools in huis om die analyses op een grondige manier te maken.”
Wat mogen gemeenten nog meer verwachten?
Leen Verraest: “Onze expertise steunt niet alleen op cijfers, maar ook op ervaringen op het terrein. Omdat wij de inburgeringstrajecten organiseren, weten wij bijvoorbeeld zeer goed wat er bij de nieuwkomers leeft. Uiteraard halen we ook uit de contacten met de gemeentebesturen en lokale partners zelf veel waardevolle informatie. Aangezien we met alle gemeentebesturen samenwerken, hebben we een vrij goed beeld van wat er wel en niet werkt.”
Ann: “Die kennis en die ervaring delen wij met de lokale besturen en partnerorganisaties. Onlangs hebben we bijvoorbeeld een inspiratieparcours georganiseerd rond Nederlands leren. Hoe kan je nieuwkomers stimuleren om hun kennis van het Nederlands in het dagelijks leven te oefenen? In heel Vlaanderen zien we daar mooie initiatieven rond. Die hebben we samengebracht, met de bedoeling te inspireren en het beleid naar een hoger niveau te tillen.”
Zitten er nog gelijkaardige initiatieven in de pijplijn?
Leen: “Zeker. Op tal van domeinen zien we nog grote verschillen tussen mensen met en zonder buitenlandse roots. Denk maar aan onderwijs, werk en armoede. Er is dus zeker nog veel werk aan de winkel. Verder zien we het als onze opdracht om het maatschappelijke draagvlak rond diversiteit te verruimen. Hoe kunnen we die wijzijdiscussies overbruggen en alle bewoners het gevoel geven dat ze erbij horen? Dat is uiteindelijk de kern van integratie. Je wil dat iedereen zich thuis voelt, nieuwkomers maar ook zij die hier al waren. Die twee met elkaar verbinden, daar ligt de uitdaging.”
Vrouwen met een missie
Leen Verraest (links op foto) en Ann Van Damme (rechts op foto) werken beiden al meer dan tien jaar rond integratie. Ann was lange tijd integratieambtenaar bij Stad Kortrijk. Leen brengt ervaring uit het onthaalbureau, het integratiecentrum, de dienst sociaal tolken en vertalen en het Huis van het Nederlands mee. “Mijn gedrevenheid is nog altijd even groot als toen ik veertien jaar geleden in deze sector begon”, vertelt Leen. “Elke dag weer heb ik het gevoel iets in beweging te kunnen zetten. Binnen ons domein valt nog heel veel vooruitgang te boeken.” Dat er vanuit de media zoveel aandacht voor het onderwerp is, vinden beide dames een positieve zaak. “Het toont aan dat integratie iedereen aanbelangt”, reageert Ann. “Niet alleen de nieuwkomers, maar de hele samenleving.”