Naar aanleiding van Wereldvluchtelingendag vertellen twee Syrische ex-vluchtelingen - ondertussen inburgeraars - hun ervaringen.
“Zonder een goed contact met elkaar zijn we verloren”
Basim Akasha (41) kwam in januari vorig jaar aan in België. Hij vluchtte uit Syrië om niet naar de oorlog te moeten. Zijn vrouw Nesrin en hun drie kinderen Alma (11), Taya (9) en Lara (6) kwamen hem in november achterna. Ze wonen nu in een appartement in Mechelen en spreken al goed Nederlands.
Moeder Nesrin heeft net haar inburgeringstraject afgerond; Basim deed dit al eerder. “Mijn trajectbegeleidster bij het Agentschap Integratie en Inburgering, Margret, is nog bezig met mijn diploma-erkenning,” vertelt Basim. In Damascus werkte hij als radioloog. Hij heeft net via de VDAB een stage afgewerkt in een ziekenhuis in Antwerpen. Nesrin is laborante en wil graag verder studeren voor een master aan de universiteit.
De familie Akasha is ook vol lof over Petra, de trajectbegeleidster die zich toegelegd heeft op onderwijs. “We vonden het belangrijk dat de school van onze kinderen goed talenonderwijs heeft en dat er moslimonderricht is,” vertelt Basim. “Op drie dagen tijd had Petra al de juiste school gevonden. Na een rondleiding en een gesprek met de directeur besloten onze dochters meteen dat ze de volgende dag al naar die school wilden,” zegt hij lachend.
De zoektocht naar een woonplek verliep heel moeizaam voor Basim. “Nadat ik drie maanden in een opvangcentrum gezeten had, belandde ik op straat,” vertelt hij. Vier maanden heb ik zo geleefd.” Dankzij bemiddeling van het CAW geraakte hij uiteindelijk aan een appartement. Die moeilijke start motiveert hem om als vrijwilliger andere nieuwkomers te helpen. Zo meldde hij zich onder meer aan als tolk voor het project Taalhulp, een initiatief van de stad Mechelen en het Agentschap Integratie en Inburgering regio Antwerpen. Diensten en organisaties kunnen een beroep op hem doen om te vertalen bij gesprekken met anderstaligen. “Zonder een goed contact met elkaar zijn we verloren,” besluit hij.
“Stop de stereotypering van de vluchteling”
Fadi Awwad (41) kwam in 2016 naar Deinze in het kader van gezinshereniging met zijn vrouw en drie dochters, die een jaar eerder al naar België vluchtten vanuit Syrië. Fadi wil liever geen ‘typisch’ gesprek over zijn leven: “Ik mis mijn land heel erg, maar wat nu belangrijk is, is dat we veel van elkaar kunnen leren én van de geschiedenis.”
“Niet alle Arabische vluchtelingen zijn moslim”
“Vluchtelingen worden snel over dezelfde kam geschoren: spreek je Arabisch, dan ben je moslim, volg je de ramadan en draag je een hoofddoek. Wel, mijn vrouw draagt geen hoofddoek, we doen niet mee aan de ramadan en mijn vrouw spreekt naast Arabisch ook Italiaans en Engels. Die misvattingen en generalisering willen we graag aankaarten.”
Drukke Belgische agenda’s
Fadi windt er geen doekjes om: het is moeilijk om in contact te komen met Belgen. “Als we mensen uitnodigen om een koffietje te komen drinken bij ons thuis, moeten ze hun agenda erbij nemen en drie maanden later hebben ze nog een gaatje vrij. We wonen nu anderhalf jaar in Deinze en we hebben twee Belgische vrienden. We hebben onder meer dankzij hen ondervonden dat Belgen eerlijke en oprechte vrienden zijn. Onderschat niet dat dit vrij uniek is in de wereld.”
Echte integratie is niet alleen theorie
“Vluchtelingen kiezen er niet voor om hier te komen wonen. De volwassenen die naar België vluchten zullen het altijd moeilijk hebben met hun geschiedenis, maar we ‘geven’ ons jullie kinderen. Zij zullen hier opgroeien, werken, hun kennis delen. Ik was al tien jaar advocaat in Syrië, maar hier stelt dat weinig voor. Via de VDAB start ik in september met een opleiding ICT. Ondertussen wil ik ook de journalistieke draad terug oppikken. Ik schreef vroeger geregeld voor Arabische en internationale media, ik wil dit stilletjes aan ook in het Nederlands doen nu.”
“Nederlands leren is de basis van inburgering: het is een must om werk te vinden en om een sociaal netwerk op te bouwen. De cursus maatschappelijke oriëntatie van het Agentschap Integratie en Inburgering is goed voor een eerste kennismaking met Vlaanderen, maar na de theorie is het tijd voor de praktijk. Toen mijn vrouw vorig jaar beviel van onze jongste dochter, kregen we bezoek van Kind & Gezin. Ze gaven tips en uitleg, en waren oprecht begaan met ons. Dát is integratie. Ook de school waar onze dochters naartoe gaan doet heel veel inspanning. Ikzelf heb ook heel veel aan mijn trajectbegeleider Rudi, hij zoekt bijvoorbeeld samen met mij naar vrijwilligerswerk. Lokaal kan je nog veel meer uitbouwen: het stadsbestuur heeft hierin veel bewegingsvrijheid. Wij zouden maar al te graag deelnemen aan een buurtfeest in Deinze!"
Belgische geschiedenis kan Syrië inspireren
“Jullie hebben drie landstalen, een ingewikkelde politieke structuur, Vlaanderen versus Wallonië,… en toch leven jullie in één land samen. In Syrië spreken we allemaal dezelfde taal, hoe kan het dan dat we al jaren in oorlog leven? Op dat vlak kunnen we veel van jullie leren: jullie lossen alle verschillen mondeling op. Ik ga me binnenkort verdiepen in de geschiedenis van de twee wereldoorlogen en het ontstaan van België. Jullie zijn er toch goed uitgekomen? Ik hoop dat Syrië inspiratie kan vinden in jullie geschiedenis.”